Beeldenpark de Havixhorst

Pieter Starreveld

(Koog aan de Zaan, 1911- Amersfoort, 1989)
Tijdens zijn opleiding aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam leerde Starreveld hout en steen bewerken. Vervolgens studeerde hij aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten (1929-1932), waar Jan Bronner zijn voornaamste leermeester was. Voor de oorlog werkte hij voornamelijk in hout en steen. Meestal werkte hij ‘en taille directe’, zonder eerst een ontwerp te maken. Vanaf het eind van de jaren dertig vervaardigde hij interieurdecoraties voor luxueuze passagiersschepen, waaronder intarsia-panelen, voorstellingen uitgevoerd in fineer van verschillende houtsoorten. In de oorlogsjaren maakte hij geëmailleerde broches, illustreerde een viertal boeken met linoleumsneden en pentekeningen en ontwierp enkele penningen. Verder ontwierp hij verschillende glas-in-lood ramen, wat hij ook in de naoorlogse jaren bleef doen. Na de Tweede Wereldoorlog maakte hij verder herdenkingsmonumenten, onder meer in Schiedam en Leiden, en verschillende standbeelden en decoraties aan gebouwen.

 In 1954 betrok hij een atelier op landgoed ‘Randenbroek’ in Amersfoort, dat ooit in bezit was geweest van Jacob van Campen, en werkte vanaf die tijd meer in brons. Hij bouwde een smeltoven en ging zelf bronsgieten volgens de ‘cire perdue’ methode, die hij had geleerd van de Arnhemse beeldhouwer Gijs Jacobs van den Hof. Hij wilde het ontstaansproces van een beeld, van begin tot eind, helemaal in eigen hand houden.  Zo werd hij één van de weinige beeldhouwers in Nederland bij wie het ambachtelijke een verlengstuk werd van het creatieve.
Starreveld had grote interesse voor dierfiguren en in zijn oeuvre komen veel paarden en vogels voor. Zijn andere voorliefde was het vrouwelijk naakt en in sommige beelden combineerde hij mens- en dierfiguren. Zijn gestileerde figuren vertegenwoordigen bij uitstek het vereenvoudigde classicisme van de jaren vijftig en zestig. Gedurende zijn carrière maakte hij ruim zestig portretten, waaronder veel van kinderen.

Vooral in de jaren tachtig schilderde hij veel en legde impressies van vakantiereizen door Griekenland, Frankrijk en Italië vast.

In het voorjaar van 2021 komt er een tentoonstelling van zijn werk in Museum Beelden aan Zee in Scheveningen, waarbij een oeuvrecatalogus zal verschijnen.

De rivier (1963-1965) Beweging van water
Brons

Deze zwevende vrouwenfiguur verbeeldt een allegorische voorstelling van een stromende rivier. In 1954 werd het honderdjarig bestaan herdacht van het baggerbedrijf, dat Adriaan Volker in Schiedam had opgericht. Ter gelegenheid daarvan kreeg Starreveld van het bedrijf opdracht om een beeld voor die stad te ontwerpen. Dat deed hij in samenspraak met Ali Volker-Schuijtemaker, vrouw van de toenmalige directeur. Het beeld stelt de eeuwigdurende strijd tegen het water voor en de verbondenheid van baggeraars met het water. Het motto luidde: ‘De eeuwige beweging van het water is ons leven, te meten onze kracht aan zijne is ons streven’.